schepping
een dode tak
temidden van paarse irissen
met haar drie bloembladen naar de aarde
en drie naar de hemel
en anemonen
leliën van het veld
knoppen van anjers
ze vertellen over liefde en lijden
en zijn een bedding voor de tak
de mens
die haar armen omhoog heft
alsof ze uitroept waartoe o Schepper
waartoe dit lijden deze leegte
veertig dagen
een volle tijd van leven
in verdriet en gemis
kijk naar de wilgenkatjes
de bloeiende anjer
kijk naar ons vandaag
verbondenheid zonder woorden
net als de zeggingskracht van hout
maakt ze levend wat dood leek
boomschors
wat regen en wind
koude en hitte
heeft doorstaan
laat haar tot kruishout vormen
eikenhout
de binnenkant
van jarenlange groei
wordt met bijlslagen zichtbaar
haar troostende kracht
met mos omarmt
al lijkt het leven afgebroken
in woorden
werken en sporen
wordt het opgenomen
doorgegeven
de Schepping verwijst naar de Schepper
die onze woestijnweg wil Verlichten
Hij geeft woorden voor onderweg
na goede Vrijdag
wordt het Pasen
ook voor ons
aukje wijma
............................